maandag 7 februari 2011

Lang leven risico en opbouw pensioenvermogen

Tijdens de opbouw van pensioenvermogen kunnen zich een aantal financiële risico’s voordoen die verstrekkende gevolgen kunnen hebben voor jouw pensioenuitkering.

In mijn vorige blogs is reeds gesproken over het risico van de inflatie: minder koopkracht. In pensioentermen spraken we daarom over een nominale of een reële pensioenuitkering. Ook een te lage dekkingsgraad betekent al snel koopkrachtverlies.

Een derde financieel risico tijdens opbouw pensioenvermogen betreft het lang leven risico.

Het lang leven risico
De bevolkingsopbouw is na de introductie van de pil in de jaren 60 fors gewijzigd. Zo worden er steeds minder kinderen geboren. Daartegenover is er een tendens dat het aantal ouderen t.o.v. het aantal jongeren steeds meer toeneemt. En door allerlei technologische verbeteringen binnen de gezondheidszorg worden ouderen ook nog steeds ouder. We hebben hier te maken met wat wel het “lang leven risico” wordt genoemd.

Een langer leven betekent feitelijk een langere periode dat er een pensioenuitkering moet worden betaald. Het vervelende echter is dat daar in de periode van werken onvoldoende rekening mee is gehouden. Stel: je bent uitgegaan van een periode van (gemiddeld) 17 jaar pensioenuitkeringen van 70% van het gemiddelde salaris. Nu blijkt deze periode van 17 jaar in werkelijkheid 20 jaar. Dan ontstaat er feitelijk een tekort van 3 jaar pensioenopbouw. Er is domweg niet genoeg gespaard voor de drie “extra jaren”.

Een rekenvoorbeeld maakt dit snel duidelijk. Stel: er is een premie betaalt van 21%. De werkgever 14% en de werknemer 7%. Met het rendement op deze premies kun je gedurende 17 jaar (gemiddeld) een pensioenuitkering ontvangen van €25.000 euro per jaar. Als deze 17 jaar in de toekomst nu 20 jaar blijkt is er feitelijk een tekort van €75.000 euro. Daar is in het verleden geen premie voor betaald.

Als er in het verleden niet voor is gespaard in de vorm van premies door werkgever en werknemer, dan zijn er nu een paar manieren om dit lang leven risico alsnog te financieren.
Jammer dat elke oplossing ook weer financiële risico’s met zich mee brengt.

Oplossingen
De opbrengsten van beleggingen op het pensioenvermogen moeten omhoog. Hogere rendementen kunnen vaak alleen verkregen worden door het beleggen van de gelden in aandelen. Maar meer risico’s bij beleggen in aandelen kan ook betekenen meer verlies.

Een andere methode is om de thans bestaande pensioenpremies te verhogen. Dat betekent dat de actieve werknemers (de werkenden) deels gaan betalen voor de groep in-actieven (de gepensioneerden). Deze vorm van solidariteit staat echter steeds meer ter discussie.

Een derde methode betreft het verlagen van de pensioenuitkeringen. Niet meer de toegezegde pensioenuitkering van 70%, maar nog slechts 60%. Met alle gevolgen van dien voor de koopkracht gedurende het leven na 65 jaar.

Een laatste methode betreft het langer doorwerken na 65 jaar. Dan kan er ook langer worden gespaard.

In het verwachte Pensioenakkoord van sociale partners zullen we (wellicht) lezen hoe deze risico’s worden getackeld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten