dinsdag 3 augustus 2010

Terug naar een 45-urige werkweek?

In de discussie over langer werken denken we meestal aan doorwerken tot aan de leeftijd van 65 jaar of zelfs daarna. De argumenten daarvoor zijn bekend: de toenemende kosten van AOW en gezondheidszorg moeten gefinancierd worden door de werkende bevolking.
Hoe meer mensen werken, hoe groter het draagvlak aan premies en belastingen. Maar helaas; de werkende bevolking neemt steeds meer af.

De discussie over langer doorwerken is er een van op de lange termijn. De oplossing wordt gezocht in de verre toekomst. Maar waarom zo ver in de tijd? Waarom niet direct de actuele situatie aangrijpen voor een ander alternatief? Waarom niet een 45-urige werkweek?

De geschiedenis over de lengte van de arbeidsdag en arbeidsweek kunnen we starten met de Parlementaire ArbeidsenquĂȘte in 1887. Werkdagen van 12 tot 14 uur met uitschieters tot 16 uur waren aan de orde van de dag. Het heeft tot 1919 geduurd alvorens er een wettelijke regeling van de 8-uren werkdag kwam. Maar dat werd al weer snel gewijzigd in 1922 t.g.v. de economische depressie; 8,5 uur per dag en 48 uur per week.

Een zelfde situatie deed zich voor in 1945. Nederland moest worden herbouwd. Een wettelijke regeling (BBA) bepaalde weer een werkweek van 48 uur.

Met een tweetal oliecrisises in 1973 en 1979 en de erfenis van een ontspoorde verzorgingsstaat van Den Uyl bedachten sociale partners en overheid in 1982 een compromis. Loonmatiging in ruil voor arbeidstijdverkorting. Van 40 uur naar 38 en in een aantal branches naar 36 uur per week. Spaarsystemen veroorzaakten vrije tijd; de ADV-dagen.

De economische crisis is wederom bepalend voor onze arbeidstijd. In de bedrijven zijn strakke budgetbewaking en bezuinigingen troef. Een vacaturestop en een minimaal gebruik van de flexibele schil is aan de orde van de dag. Bij (langdurig) zieke collega’s het werk onder de collega’s verdelen is meer regel dan uitzondering. Ontslagrondes doen de loonkosten verder dalen. Zelfs ons pensioen staat ter discussie.
Meer eigen verantwoordelijkheid (afbouw WW, toename eigen risico ziektekosten) bij een nieuw (rechts)kabinet complementeren het beeld.

Een noodzakelijke oplossing is zeker niet minder arbeidsuren. Dat geldt niet alleen voor de lange termijn (doorwerken tot 65 jaar en langer), maar ook voor de korte termijn. Een werkweek van 5 keer 9 uur is een realistische optie. Voor de een wellicht reeds de dagelijkse praktijk; voor de ander een fundamentele verandering in denken en doen. Met als reactie: verzet.

Bijzondere omstandigheden vereisen bijzondere aanpassingen. Dat heeft de geschiedenis ons geleerd. De werknemer die zich het best aanpast aan de nieuwe situatie heeft de meeste overlevingskansen.
Was het Darwin niet die sprak over “survival of the fittest”?

1 opmerking:

  1. Demografische ontwikkelingen zijn altijd moeilijk in te schatten, maar het uitfaseren van de babyboom zou geen verassing moeten zijn geweest ? Ik snap nog steeds niet hoe dit een reden zou zijn dat ons pensioen verdampt, terwijl gokken op de beurs de daadwerkelijke reden is geweest.

    Los hiervan, je redenering zou logisch zijn als de productiviteit ook niet was veranderd. Dankzij mechanisering en automatisering verzet dezelfde hoeveelheid mensen veel meer werk in minder uren. Daarbij zijn er verschillen tussen de "maakindustrie" en de "kennisindustrie" en dan heb ik het nog eens niet over sourcing van werk over de hele wereldbol. Waar in Nederland wordt nog echt "werk" verricht en hoe druk je dit uit in productieve uren ?

    Met dezelfde argumenten kun je ook redeneren dat, bij gelijkblijvende werkuren, je de productiviteit omhoog moet brengen door nog slimmer te automatiseren, outsourcen of ons te focussen op wat nu echt toegevoegde waarde aan onze moderne economie toevoegt en oude (kansloze) industrie (=werk) afstoten.

    BeantwoordenVerwijderen