zondag 19 mei 2013

Verplichte bankierseed: van deugd naar ondeugd

Onlangs publiceerde De Nederlandsche Bank (DNB) de bankierseed. Voortaan moeten alle beleidsbepalers binnen financiële instellingen met ingang van 1 januari 2013 deze wettelijke eed afleggen. Onder beleidsbepalers verstaat DNB bestuurders: zij die de dagelijkse leiding hebben.
Met het afleggen van deze eed doen bestuurders een aantal beloften; met name moreel-ethische beloften. Volgens DNB is het idee hierachter dat daarmee de bestuurder extra bewust is van zijn maatschappelijke verantwoordelijkheden.
Daarnaast moet het afleggen van de bankierseed bijdragen aan het herstel van het vertrouwen in de financiële sector. Of aan de eed eventueel sanctiemechanismen worden gekoppeld is nog onderwerp van onderzoek.

Andere voorlopers van de eed
Beloften om je op een bepaalde manier te gedragen zijn reeds langere tijd bekend. De Code Tabaksblad of “beginselen van deugdelijk ondernemingsbestuur”’ uit 2003 is daarvan een bekend voorbeeld. Het gaat daarbij o.a. om een integer en transparant handelen door bestuurders. Vervolgens is een hausse aan allerlei gedragscodes ontstaan binnen tal van ondernemingen. Niet alleen voor bestuurders, maar nu voor alle medewerkers.

Wat wordt nu beloofd of gezworen
Eerst enkele voorbeelden uit deze bankierseed. “Ik zweer/beloof dat ik mij zal gedragen naar de wetten, de reglementen en de gedragscodes die op mij van toepassing zijn”. “Ik zweer/beloof dat ik mijn functie integer en zorgvuldig zal uitoefenen”.
Los van een zekere overlapping aan beloftes die je reeds eerder hebt gedaan voor wat betreft reglementen en gedragscodes, moet de bestuurder nog een stap verder. Hij/zij moet zweren of beloven. Wat je vervolgens onder integer en zorgvuldig uitoefenen van jouw functie moet verstaan blijft duister. Kennelijk wordt een beroep gedaan op “onbewust weten” van wat onder integer gedrag moet worden verstaan.

Moreel-ethische verklaring
Ethiek is de studie van de moraliteit; hoe mensen zich zouden moeten gedragen. In het dagelijks leven spreken we meestal over normen (gedragsregels) en waarden. Normen en waarden komen o.a. tot uitdrukking in onze mening over, onze visie op en onze be-/veroordelingen.
Maar het geeft nog iets aan. Als we spreken over hoe we ons zouden moeten gedragen geven we daar tevens mee aan dat we het niet precies weten. We geven onze interpretatie weer, onze visie op of onze mening over een bepaald gedrag. Het zoeken naar een houvast begint. Door de dialoog met elkaar aan te gaan vinden we een antwoord.

Deugdelijk ondernemen
De ethiek kent vele theorieën die ons kunnen helpen bij hoe wij ons zouden moeten gedragen.
In de ondertitel van de Code Tabaksblad komt dat ook tot uiting: “beginselen van deugdelijk ondernemingsbestuur”. Helaas gaat het in de Code m.n. over financiële principes en financiële best practice bepalingen, geënt op wettelijke bepalingen. In de hele Code van 70 pagina’s komt geen enkele deugd voor.

Deugdethiek
Binnen de ethiek kennen we een aantal stromingen. Een daarvan betreft de deugdethiek van de Griekse wijsgeer Aristoteles (384-322 v Chr) die een eerste systematische uiteenzetting over de ethiek heeft gegeven in zijn boek Ethica Nicomachea.
In de optiek van Aristoteles is deugd een houding, een vaste karaktertrek. Deugden kenmerken zich door een lange en geleidelijke weg van opvoeding, onderricht en leren. Gevormd door voorbeeldig gedrag van anderen. Daarbij is deugdzaamheid steeds gericht op verdere perfectie. Het kan dus altijd beter. Je zou dus kunnen zeggen dat deugdethiek een wijze van leven is.

Deugdethiek en de bankierseed
Je kunt de vraag stellen waarom het toch steeds niet lukt met al die gedragscodes, reglementen en nu weer de bankierseed. Kijkend naar artikelen in de krant over fraude (SNS bank), zelfverrijking (woningcorporaties) of opzettelijk bedrog (declaratiesysteem binnen de zorg) wordt de discrepantie zichtbaar tussen datgene wat je belooft of zweert en het dagelijks handelen. Er wordt niet deugdelijk gehandeld; eerder is sprake van ondeugden.
Op grond van de reeds gegeven voorbeelden uit de bankierseed kom je terecht bij deugden als integriteit, matigheid, zelfbeheersing en rechtvaardigheid. Deze deugden leer je door ze te doen. Integriteit door integer te handelen, zelfbeheersing door jezelf te beheersen en rechtvaardigheid door rechtvaardig te handelen. Pas door het eindeloos oefenen van een deugd wordt deze een integraal onderdeel van jouw karakter; van jouw dagelijks handelen.
Daarmee zijn we wellicht tevens bij de crux aangekomen waarom al deze gedragscodes en nu weer de bankierseed niet echt werken in de praktijk.
Het vraagt een bepaalde houding, een bepaald karakter om al deze moreel-ethische beloften na te komen. Integriteit wordt pas een houding, een attitude of karaktertrek door heel vaak integer te handelen. Deugdethiek is een wijze van leven.

Bankierseed
De bankierseed bestaat uit allerlei moreel-ethische beloften. In termen van de deugdethiek gaat het dan om integriteit, rechtvaardigheid, grootmoedigheid, oprechte waarheidsliefde en verstandigheid. Deze deugden vereisen niet alleen bijzondere bestuurders, maar ook deugdzame bestuurders.
Iedere bestuurder dwingen om deze bankierseed af te leggen zonder na te gaan of de betrokken bestuurder ook in staat is tot deugdelijk handelen betekent dat deze eed verwordt tot een middel; een instrument. Ondeugden zijn dan haar beloning.